Wekker
De digitale rondleiding door het Saarland horlogemuseum is mogelijk gemaakt met de steun van:



Vóór de industrialisatie werden mensen op het platteland gewekt door de zon, dieren of eerder ontwakende leden van de rechtbank. In de steden werd dit veroorzaakt door het stadslawaai, kerkklokken, wachters of nachtwakers. Bij gebrek aan nauwkeurige klokken werd met elke timing relatief losjes omgegaan.
Sinds de oudheid moesten bewakers in het leger op klokken letten om er zeker van te zijn dat de rest van de soldaten wakker werd. In het keizerlijke Rome was dit - in rijke huishoudens - de taak van slaven. Naarmate de evoluerende zakenwereld vaste afspraken met zich meebracht en de opkomst van de industrialisatie het naleven van vaste werktijden, werden betrouwbare wekmethoden steeds belangrijker.
Hierdoor werd de wekker de eerste klok die ook de niet-welvarende bevolking nodig had.

De wekker
Aan het begin van de 14e eeuw waren automatische alarminrichtingen met tandwieltreinen de voorlopers van de klok met tijdweergave, aangezien in het christelijke gebied - net als in veel andere religies - gebeden van het uur gebruikelijk zijn. De monniken, die het smeden in de kloosters op zich namen, waren de voorlopers van de klokkenmakers.
Het wekapparaat, b.v. een bel werd geactiveerd met draaipunten of pinnen. Toen de klok vanaf ongeveer 1340 een wijzerplaat kreeg, werd de alarmtijd ingesteld met een speld op een schijf die voor de wijzerplaat was gemonteerd en werd geactiveerd door de uurwijzer. Een instelwijzer volgde als derde wijzer en pas later kon de alarmtijd vanaf de achterkant worden ingesteld.
